En ik? Ik kreeg het spoordossier toegewezen. Ik herinner me mijn eerste treinrit naar Brussel alsof het gisteren was. Een gezonde dosis zenuwen, maar vooral veel goesting voor dit nieuwe avontuur.
Vandaag, één jaar later, mag ik zeggen dat ik mijn plaats heb gevonden. Als treinreiziger ervaar ik helaas zelf de realiteit van vertragingen, afschaffingen en werken. Maar misschien is dat net een voordeel. Die ervaringen neem ik elke dag mee naar het parlement.
Wat het parlementaire werk betreft, heb ik intussen ook mijn weg gevonden. De vele spoorstakingen van het voorbije jaar gaven me aanleiding om negen vragen te stellen tijdens de plenaire vergadering. In de commissie stelde ik al vele mondelinge vragen, telkens met één doel voor ogen: het spoor beter maken voor de 660.000 reizigers die er elke dag op rekenen.