Kleine Waalse haltes krijgen middelen

In het plan worden 31 stations opgelijst die in aanmerking komen voor relancemiddelen. Minstens 27 daarvan zouden binnen twee jaar volledig toegankelijk moeten zijn. Van die 31 liggen er 16 in Wallonië, tegenover 9 in Vlaanderen en 6 in Brussel.

Volgens Cuylaerts wringt daar het schoentje. “Als je die lijst naast de officiële telling van het aantal reizigers per station legt, dan zie je meteen dat sommige keuzes moeilijk uit te leggen zijn,” zegt ze. “In Wallonië worden bijvoorbeeld Pepinster-Cité en Fexhe-le-Haut-Clocher aangepakt. In de eerste stappen gemiddeld amper 40 mensen per weekdag op, in de tweede zijn het er 166. Dan stel je je toch de vraag of dit de juiste prioriteiten zijn.”

Ze benadrukt wel dat niet elk Waals project ter discussie staat. “Stations zoals Louvain-la-Neuve of Verviers-Centraal hebben deze middelen absoluut nodig. Dat is dan ook helemaal geen probleem. Maar het mag niet de bedoeling zijn om in alle stilte middelen toe te kennen aan haltes waar nauwelijks iemand opstapt, terwijl drukke Vlaamse stations worden overgeslagen.”

Grote Vlaamse stations blijven in de kou

In Noorderkempen nemen dagelijks 1.582 mensen de trein, in Herentals zijn dat er 2.834 en in Lier zelfs 5.617. Toch komen deze drukke knooppunten niet in aanmerking voor relancemiddelen.

“Dat is bijzonder vreemd,” zegt Cuylaerts. “We pompen Europees geld in haltes waar nauwelijks iemand opstapt, maar laten grote Vlaamse stations links liggen waar elke dag duizenden pendelaars passeren. Dat valt niet uit te leggen. Als je echt meer mensen op de trein wil krijgen, moet je net daar investeren.”

Deadline mag geen excuus zijn

De projecten die nu geselecteerd zijn, moeten uiterlijk tegen juni 2026 volledig afgerond zijn om in aanmerking te komen voor Europese financiering. Die strakke deadline zet het spoorbeleid onder druk, maar verklaart volgens Cuylaerts niet waarom kleine Waalse haltes worden voorgetrokken.

“Dat er snel geschakeld moet worden is duidelijk,” besluit ze. “Maar dat is geen excuus om middelen blind toe te wijzen aan projecten die toevallig klaar liggen. Toegankelijkheid is belangrijk, maar het moet wel gebeuren op plaatsen waar mensen de trein nemen. Dat lijkt me niet meer dan logisch."