
In het plan worden 31 stations opgelijst die in aanmerking komen voor relancemiddelen. Minstens 27 daarvan zouden binnen twee jaar volledig toegankelijk moeten zijn. Van die 31 liggen er 16 in Wallonië, tegenover 9 in Vlaanderen en 6 in Brussel.
Volgens Cuylaerts wringt daar het schoentje. “Als je die lijst naast de officiële telling van het aantal reizigers per station legt, dan zie je meteen dat sommige keuzes moeilijk uit te leggen zijn,” zegt ze. “In Wallonië worden bijvoorbeeld Pepinster-Cité en Fexhe-le-Haut-Clocher aangepakt. In de eerste stappen gemiddeld amper 40 mensen per weekdag op, in de tweede zijn het er 166. Dan stel je je toch de vraag of dit de juiste prioriteiten zijn.”
Ze benadrukt wel dat niet elk Waals project ter discussie staat. “Stations zoals Louvain-la-Neuve of Verviers-Centraal hebben deze middelen absoluut nodig. Dat is dan ook helemaal geen probleem. Maar het mag niet de bedoeling zijn om in alle stilte middelen toe te kennen aan haltes waar nauwelijks iemand opstapt, terwijl drukke Vlaamse stations worden overgeslagen.”